Barolo - Drinken en bewaren

Voordat een Barolo op de markt gebracht mag worden moet deze minimaal 3 jaar oud (2 jaar op hout, 1 jaar op fles) zijn, voor een Riserva is dit 5 jaar (3 jaar op hout, 2 jaar op fles). Veel merken brengen hun flessen dan ook na 3 of 5 jaar (normaal of riserva) op de markt. Voordat een Barolo gedronken kan worden moet deze echter minimaal 5 jaar oud zijn, maar in de praktijk zijn de meeste Barolo's pas echt op dronk als ze een jaar of 10 oud zijn. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen, indien de fles van een goed wijnhuis komt, uit een goed jaar is en ook van een speciale wijngaard komt dan kan het voorkomen dat de wijn jong gedronken kan worden (dus al vanaf 5 jaar). Dit zijn over het algemeen de betere en dus vaak ook duurdere Barolo's.

In geval van twijfel kan het verstandig zijn de wijn een paar jaar te laten liggen voordat deze gedronken wordt, dit is in de meeste gevallen geen enkel probleem, enkel in het geval van een slecht jaar (zoals 2002) kan de wijn het best snel opgedronken worden (binnen een jaar jaar of 5-7). Wijnen van een goed jaar en wijnhuis kunnen tot 30 jaar en soms zelfs langer bewaard worden en zullen er alleen maar beter door worden.

Indien een wijn langer dan 5 jaar bewaard gaat worden dan is het wel verstandig om deze zo goed mogelijk te bewaren. Dit houdt in dat de wijn op een zo constant mogelijke temperatuur bewaard wordt (liefst 17 graden, maar een kamertemperatuur die schommelt tussen de 15 en 22 graden kan ook) in een donkere ruimte.

Decanteren:
Voordat een fles Barolo gedronken wordt, kan deze het best eerst gedecanteerd worden in een decanteerkaraf. Een decanteerkaraf is een karaf die aan de onderkant zeer breed uitloopt zodat de wijn die daarin geschonken wordt voor een groot deel in aanraking komt met lucht. Dit proces zorgt ervoor dat de wijn opent, de smaken komen beter naar voren en de tannines worden afgebroken waardoor de wijn zachter wordt. Hoe lang van te voren dit dient te gebeuren hangt af van hoe oud de wijn is. Bij een jonge wijn (7 tot ca. 10 jaar) kun je de fles in redelijk snelle vaart in de decanteerkaraf gieten zodat er extra veel lucht bij de wijn komt. Daarna kun je de karaf het best ca. 4 uur laten staan. Bij een oude wijn (25 jaar en ouder) is het verstandig om de fles een dag van tevoren rechtop te zetten zodat het bezinksel (overgebleven druivenresten) naar beneden kan zinken. Op het moment dat de wijn overgeschonken wordt in een decanteerkaraf dient dit rustig te gebeuren en het liefst in een decanteerkaraf met weinig ruimte (ongeveer evenveel ruimte als de fles zelf). Een kleine decanteerkaraf is nodig omdat oude wijn niet zoveel lucht nodig heeft, soms kan teveel lucht de wijn zelfs schaden of gaat een deel van de smaak verloren. Proef de wijn na een uur decanteren, als de smaak dan nog niet goed tot zijn recht komt, laat hem dan nog een uur of 2 staan.

Zorg er altijd voor dat de wijn op de juiste temperatuur geschonken wordt (eventueel door de wijn een half uur in de koelkast te bewaren). Te koude of warme wijn kan de smaak goed verpesten. De beste temperatuur om Barolo te serveren is tussen de 18°C en 20°C.