Barolo druiven: Nebbiolo

De Barolo DOCG kwalificering schrijft voor dat Barolo voor 100% uit Nebbiolo druiven moet bestaan. Nebbiolo is een blauwe druif die primair gebruikt wordt om rode wijn te maken. Nebbiolo wordt ook wel Picutener,Chiavennasca en Spanna genoemd in andere delen van Italië.

Naam:
Onzeker is waar de naam vandaan komt, maar een theorie is dat de naam komt van het woord Nebbia wat Italiaans is voor "mist", door de mistachtige waas die op bijna rijpe druiven voorkomt. Een andere theorie is dat het komt van het woord Nobile dat edele betekent in het Italiaans.

Verbouwen:
Nebbiolo is een complexe druif om te verbouwen die ook zeer kieskeurig is over de grond waarin deze staat. De druif aardt het beste in kalkgrond met een speciale verhouding van klei en zand zoals deze eigenlijk alleen voorkomt in Piemonte. De druif heeft ook een zeer lange periode nodig om te rijpen en in deze periode moet de plant ook genoeg zon opvangen. De wijngaarden in Piemonte zijn dan ook uitmuntend geplaatst om zo optimaal mogelijk de zon op te vangen. Tot nu toe is het nog geen enkel wijnhuis gelukt om een goede wijn te maken van de Nebbiolo druif buiten Italië, zelfs niet in de zonovergoten landen zoals Chili en Zuid Afrika.

Oogst:
De oogst van Nebbiolo druiven vindt plaats in Oktober, veel later dan de meeste andere druiven.

Geduld:
De Nebbiolo druif bevat een zeer hoog tannine gehalte waardoor de meeste wijnen die hiermee gemaakt worden (Barolo en Barbaresco) lang moeten rijpen voordat ze goed te drinken zijn. Terwijl de wijn meestal al na een jaar of 5 als op dronk omschreven wordt is het beter om wijnen gemaakt van de Nebbiolo druif pas na een jaar of 10 te drinken, mits de wijn goed bewaard is natuurlijk.